In deze reeks lichten we aansprekende afstudeeronderzoeken uit die de stad van morgen tastbaarder, gezonder of rechtvaardiger maken. Dit keer staat stedelijk zwemmen centraal. Marilotte Stemerdink studeerde af aan de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Rotterdam en Swimmable Cities, en onderzocht hoe de internationale beweging van ‘swimmable cities’ ook in Rotterdam vorm kan krijgen. Met drie typologieën voor stedelijk zwemmen – van het vrije open water tot een beschermd bassin of een drijvend zwembad – laat haar onderzoek zien hoe waterrecreatie niet alleen verkoeling en plezier brengt, maar ook kan dienen als motor voor gebiedsontwikkeling, sociale cohesie en een leefbare stad aan de Maas.
Het volledige onderzoek is te lezen via de Repository van de TU Delft
Stedelijke Zwemmen Rotterdam
In de zomer van 2025 opende de burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo, drie gloednieuwe zwemlocaties in de Seine. De opening kwam een jaar nadat de beelden van haar duik in de rivier - in aanloop naar de Olympische Spelen - de hele wereld over gingen. Mede dankzij de ontwikkelingen in Parijs neemt stedelijk zwemmen een steeds prominentere plek in bij de vraagstukken rondom de kwaliteit van ons stedelijk water en de leefbaarheid van onze steden. Deze wereldwijde ‘swimmable cities’ beweging zorgt ook in Rotterdam voor een groeiende ambitie om hittestress aan te pakken en de toegankelijkheid en van het water te verbeteren door middel van stedelijk zwemmen. Het experiment van de zwemlocatie bij het ‘Floating Park’ in de Rijnhaven laat zien hoe groot het enthousiasme is: de plek is inmiddels razend populair bij de Rotterdammers én bezoekers.
Dit afstudeeronderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Gemeente Rotterdam en Swimmable Cities, en onderzoekt verschillende mogelijkheden om dit succes verder uit te rollen. De studie sluit aan op ambities beschreven in de Wateratlas Binnenstedelijke Nieuwe Maas, waarin de gemeente havens aanwijst als ‘gastvrije havens’ – plekken waar watercontact en recreatie centraal komen te staan nu de traditionele havenactiviteit de stad uit beweegt. Het onderzoek kijkt naar drie hypothetische locaties voor stedelijk zwemmen in de havens van Rotterdam en onderzoekt hier de uitdagingen en kansen voor het implementeren van stedelijk zwemmen.
Drie typologieën voor stedelijk zwemmen
Wereldwijd zijn er allerlei invullingen van stedelijk zwemmen te vinden. Noemenswaardige voorbeelden zijn de Harbour Baths in Kopenhagen, de Badeschiffs in Berlijn en Wenen en ook het Marineterrein in Amsterdam - sinds dit jaar de eerste officieel aangewezen zwemlocatie in het centrum van Amsterdam. Met het oog op de geassocieerde uitdagingen en kansen, onderscheidt het onderzoek drie vormen van stedelijk zwemmen:
The Free Style: direct zwemmen in open water, met minimale voorzieningen. De zwemplek aan de Rijnhaven is een voorbeeld van deze vorm.
The Protected Plunge: een afgebakend bassin in het havenwater dat extra veiligheid biedt.
The Dip in a Bowl: een drijvend zwembad met gezuiverd water, onafhankelijk van de havenkwaliteit.
Drie Rotterdamse havens onder de loep
Spoorweghaven
De Spoorweghaven biedt op het moment volop ruimte, maar is officieel bestemd als jachthaven. Het onderzoek benadrukt dat de grootste uitdaging hier ligt in de huidige bestemming en de mismatch in het gewenste gebruik van de haven. Daarentegen zijn de kansen voor The Free Style juist aanzienlijk: de omvang en relatieve rust van de haven passen goed bij het zwemmen zonder veel voorzieningen of nevenactiviteiten, het hele jaar door. Stedelijk zwemmen in de Spoorweghaven kan in de eerste plaats bijdragen aan een actiever gebruik van de momenteel onderbenutte haven. Het kan de lokale behoefte aan een publieke functie voorzien en de verbinding van de haven met de omliggende stad versterken. Daarnaast zou er met de introductie van The Free Style een historische link gelegd kunnen worden met vroegere activiteiten in het havengebied, én tegelijkertijd een brug kunnen slaan naar toekomstige ontwikkelingen in de Rotterdamse havens. Stedelijk zwemmen gaat namelijk uitstekend samen met het uitvoeren van stedelijke experimenten en duurzame innovaties (bijvoorbeeld ten behoeve van de waterkwaliteit en biodiversiteit) van het lokale netwerk van startups, zoals het Rotterdam Makers District of BlueCity. Het Marineterrein in Amsterdam is een bekend en succesvol voorbeeld van deze vorm.
Coolhaven
De Coolhaven is nu al een populaire, spontane zwemplek. ’s Zomers springen jongeren massaal in het water vanaf de kade aan het Tuschinskipark, ondanks het verbod. In de veronderstelling dat deze bestaande dynamiek niet genegeerd, maar juist gefaciliteerd moet worden, ligt de uitdaging vooral in de beperkte ruimte en de noodzaak om veiligheid te waarborgen in de bocht van een vaarroute. Een seizoensgebonden faciliteit in de vorm van een Protected Plunge, vergelijkbaar met de zwemlocaties in de Seine, past wellicht het beste bij deze logistieke situatie en kan bovendien goed inspelen op de levendige, informele sfeer van het gebied. De aanleg van een afgebakende zwemlocatie in de Coolhaven kan zorgen voor een gezamenlijk doel van alle betrokken partijen: het beter reguleren van de huidige zwemsituatie. Door de zwemlocatie aan de kade aan de Delfshavense kant te realiseren, sluit het bovendien aan bij lokale ambities om de leef kwaliteit en de verbinding rond de Coolhaven (‘rondje Coolhaven’) te versterken, én ontstaat er ruimte voor meer sociale activiteiten in de buurt.
Persoonshaven
De Persoonshaven staat de komende jaren aan de vooravond van één van de grootste stedelijke herontwikkelingsprojecten in Rotterdam. Daarmee groeit ook de urgentie voor inclusieve openbare voorzieningen, zeker met het oog op de verwachte toename van woningen en de komst van nieuwe doelgroepen. Er liggen duidelijke kansen: een Dip in a Bowl, een drijvend zwembad met gezuiverd water, kan een betrouwbaar en multifunctioneel buurticoon worden en een belangrijke rol spelen in de placemaking van het gebied. Volgens het onderzoek kan de Persoonshaven zo niet alleen de buurt activeren en eigenaarschap stimuleren, maar ook bijdragen aan bredere stedelijke doelen als inclusieve openbare ruimte, zwemvaardigheid en sociale cohesie. Een verplaatsbare vorm van dit drijvend zwembad zou in de toekomst zelfs kunnen worden toegepast in andere gebieden waar gebiedsontwikkeling plaats zal vinden, zoals bijvoorbeeld de Merwe Vierhavens (M4H).
Zwemmen als motor voor gebiedsontwikkeling
Belangrijke aanbevelingen uit het onderzoek wijzen op de integratie van stedelijk zwemmen in bestaande stedelijke ambities en geplande gebiedsontwikkeling. De Rotterdamse cases laten zien dat stedelijk zwemmen in havens geen losse voorziening is, maar aansluit bij meerdere ruimtelijke en sociale ontwikkelingsplannen voor de stad. In de Rijnhaven was het drijvende park de opstap naar een zwemlocatie; in de Spoorweghaven, Coolhaven en Persoonshaven kan een zwemvoorziening juist werken als katalysator om de kwaliteit van nieuwe woon- en leefomgevingen aan het water versterken. De koppeling met de Wateratlas is daarbij essentieel: zwemplekken dragen bij aan het idee van de Nieuwe Maas als het centrale park van Rotterdam. Ze maken het water zichtbaar en toegankelijk en sluiten aan bij actuele ambities rond klimaatadaptatie, gezondheid en leefbaarheid.
Zwemhavens bieden naast verkoeling in de zomer, vooral ook nieuwe plekken van ontmoeting, activiteit en vitaliteit. Daarmee krijgt de Maasstad er een krachtig instrument bij voor de stedelijke toekomst: een nieuw, duurzamer economisch model voor het gebruik van het water.
Het volledige onderzoek is te lezen via de Repository van de TU Delft:
https://resolver.tudelft.nl/uuid:1f48d37f-29f4-4274-8d32-81f6c39a0b71