Het verschil tussen de geplande en de geleefde stad
Kijk wat mensen doen, niet wat ze zeggen dat ze zullen doen.
Deze klassieker toont het verschil tussen de geplande en de geleefde stad: op de campus van Ohio State University werden aanvankelijk geen paden ontworpen. Er werd de eerste weken goed gekeken naar het gedrag. Studenten kozen zelf hun route, dwars door het gras. Het pad dat logisch voelde. Pas daarna volgde de verharding. Wij noemen het olifantenpaadjes, elders spreken ze van desire lines. Allebei mooi.
In een geleefde stad tekenen voetstappen de kortste route, worden bankjes verschoven naar de zon (of steeds vaker naar de schaduw) en claimen jongeren een onverwachte ontmoetingsplek. Echt goed ruimtelijk ontwerp begint bij waarnemen.
In de podcastserie van De fijne stad breekt Wouter Veldhuis ook een lans voor de geleefde stad. In het boek is het een van de vijf hoofdstukken.
De desire lines die uiteindelijk leidde tot de definitieve wandelpaden.
Later is het principe ook toegepast bij de campus van Michigan State University. Dat leidde tot onderstaand patroon aan logische routes.